Vluchtwegen en periodieke ontruiming

We hebben de blusmiddelen aanwezig en een aantal van onze mensen zijn goed getraind. Niets dat ons meer kan overkomen…of toch wel?

We willen natuurlijk niet dat andere medewerkers in het gebouw blijven als we met een brand te maken hebben. Nee, we willen dat ze veilig en snel naar buiten kunnen. Dat moeten we oefenen. Maar voordat we kunnen oefenen moeten we er wel voor zorgen dat er voldoende vluchtwegen zijn om het gebouw te kunnen verlaten.

De vraag:
Is het gebruik van vluchtwegen met de brandweer doorgesproken en is periodiek ontruiming van het gebouw geoefend?

We beginnen natuurlijk met zelf eens een rondje te lopen door ons gebouw. Zijn de vluchtwegen duidelijk aangegeven, zijn de nooduitgangen bereikbaar en kunnen ze met een klap open worden geslagen als dat nodig is? Twijfelen we, dan kunnen we natuurlijk preventief contact leggen met de brandweer en hen om advies vragen. We willen er toch alles aan doen om er zeker van te zijn dat onze medewerkers veilig zijn?

Loop maar eens zo’n rondje, geloof me, je zult je verbazen. Plantenbakken die voor een nooduitgang staan, fietsen die we in de gang zetten (die omvallen bij een ontruiming). Deuren die niet open gaan omdat ze op slot zitten (“dat moest van de beveiliging”). Nooduitgangsbordjes die ooit op de juiste plaats hebben gehangen maar met de verbouwing ons een doodlopende gang in sturen. Je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt het tegen komen.

We beginnen dus eens met het lopen van zo’n rondje. Maken we gebruik van beveiligingsbeambtes dan zorgen we ervoor dat zij in hun dagelijkse rondje ook hun ogen open houden. Hebben we die luxe niet, dan lopen we zelf af en toe een rondje extra door het gebouw. Komen we obstakels tegen dan verwijderen we die en zorgen we ervoor dat ze ook niet meer terugkomen. Die plantenbak kan best ergens anders staan en die fiets hoort gewoon in het fietsenrek.

Als we er zeker van zijn dat de vluchtwegen goed zijn, dan gaan we oefenen. We kunnen ervoor kiezen medewerkers vooraf te informeren, maar dan zul je zien dat er veel thuis gewerkt wordt op die dag. We kunnen ook geheel onverwachts de alarmbellen af laten gaan. Natuurlijk kijken er een berg collega’s chagrijnig maar het is voor hun bestwil.

Nadat we de alarmbel af hebben laten gaan, gaat de stopwatch aan. Hoe lang duurt het voordat de laatste persoon naar buiten is gekomen? En waarom duurde dat zo lang? Zo’n oefening is er natuurlijk om de mensen te trainen maar ook om te kijken waar we zelf nog verbeteringen aan kunnen brengen.

Zijn er bijvoorbeeld mensen in een rolstoel aanwezig op de 4de etage? Beschikken we dan over de middelen om ze veilig de trap af te krijgen? Zijn er meerdere nooduitgangen maar komt iedereen door de hoofdingang naar buiten? Dan moeten we analyseren waarom ze dat doen.

Natuurlijk moet je met ontruimingsoefeningen ook weer niet overdrijven. We moeten ze periodiek houden, maar niet meer dan dat. Een ontruimingsoefening kost een berg geld en het management gaat het niet waarderen als je om de haverklap de mensen in de kou laat staan. Reken maar uit: een beetje ontruiming duurt al snel een half uur (naar buiten, wachten en weer naar binnen). Hoeveel medewerkers zijn er in het gebouw en wat kosten zij gemiddeld per uur? Juist. We moeten zorgen dat ze voldoende getraind zijn en wat voldoende precies is, mag je zelf bepalen (binnen de wettelijke kaders, dat dan weer wel).

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.