Moeders boos om verwijdering borstvoedingsfoto’s

Nou, nog een berichtje over Facebook dan om deze week mee af te sluiten. We hebben het al gehad over het bewustzijn dat je moet hebben als je wilt voorkomen dat je in de toekomst met jezelf geconfronteerd wordt.

Aan de andere kant zijn er mensen die juist heel bewust foto’s op Facebook plaatsen. Ze willen er een statement mee maken, maar daar steekt Facebook een stokje voor.

Een groep Amerikaanse moeders is het zat dat profielensite Facebook constant foto’s verwijdert waarin zij hun kinderen borstvoeding geven. Om tegen dit beleid te protesteren organiseren zij nu ‘nurse-ins’ voor de kantoren van de site…Volgens de regels is het namelijk niet verboden om foto’s van borstvoeding online te plaatsen, mits de borst niet expliciet in beeld komt. Het wil echter nog wel eens gebeuren dat een dergelijke afbeelding door een andere gebruiker als ‘niet gepast’ aangevinkt wordt. Alle foto’s die op deze manier worden gemarkeerd, worden door Facebook-werknemers bekeken, waarna vervolgens besloten wordt of de prent al dan niet online mag blijven. (bron).

Het lijkt er de laatste tijd meer en meer op dat het tijdperk van ongecensureerd internet voorbij is. We zien berichten over het blokkeren van sites (onder het mom van auteursrechten) maar we zien ook dat sites als Facebook foto’s verwijderen die niet tegen de regels zijn. Er wordt dus een menselijke inschatting gemaakt en subjectief wordt bepaald of een foto wel of niet acceptabel is.

Gelukkig weten we sinds gisteren dat deze foto’s er niet definitief af zijn omdat ze met de URL nog steeds zichtbaar zijn. Maar daar gaat het deze moeders niet om. Zij willen bewust de foto’s geplaatst hebben (ze zullen daar hun redenen voor hebben).

Blijkbaar kan iemand op “niet gepast” klikken waarna een medewerker bepaald of de foto mag blijven staan of niet. Het mag dan jouw Facebook-profiel zijn, maar je mag niet helemaal zelf beslissen wat er op komt te staan. Hieruit blijkt maar weer dat je dus eigenlijk helemaal geen eigenaar meer bent van hetgeen je op je profiel plaatst. Aan de ene kant kan Facebook verwijderen wat ze wil, maar net zo makkelijk kunnen ze de gegevens gebruiken voor heel andere doeleinden.

Zeker nu Google zijn privacy beleid heeft aangepast, is het wachten op het moment dat andere social media dat ook doen. Dan zijn we nog maar een paar stapjes verwijdert van een koppeling tussen Facebook en Google (en nog wat andere sites) en je bent niet alleen geen eigenaar meer van je Facebook-profiel, maar wellicht ook geen eigenaar meer van je eigen leven.

Ja, natuurlijk staat het er wat zwaar en voorlopig zijn we nog niet zover. Maar de toekomst is dichterbij dan we denken. Ben je erg geschrokken en besluit je om je sporen te wissen? Dan moet ik je teleurstellen, je gegevens staan al in allerlei databases en die krijg jij er nooit meer af. Wat je wel kunt doen is vanaf vandaag bewust omgaan met hetgeen je de wereld in gooit.

Verwijderde foto’s na jaren nog steeds op Facebook

Facebook belooft dat het alle foto’s die gebruikers in hun profiel verwijderd hebben binnen enkele maanden van zijn servers zal halen. Zelfs foto’s die door gebruikers in 2008 zijn verwijderd, blijken nog zichtbaar voor iedereen die de url van de foto heeft. Het is niet de eerste keer dat Facebook in opspraak raakt vanwege een fout in het fotosysteem. Enige tijd geleden bleek dat ook afgeschermde foto’s op het sociale netwerk zichtbaar werden gemaakt als gebruikers misbruik melden (bron).

Na ons bericht van gisteren over eventuele nep Facebook-profielen (waarbij we de kanttekening van betrouwbaarheid van het onderzoek plaatsten) gaan we vandaag nog even door met de risico’s van Facebook. Al jaren blijkt dat foto’s die door de gebruiker verwijdert zijn, daarna nog gewoon zichtbaar zijn, mits je de URL weet. Ook hier geldt dus weer dat je als gebruiker bewust moet zijn van hetgeen je online doet.

Plaats je een keer een leuke foto van een feestje en ben je daar na een paar maanden wel weer klaar mee, dan kun je er vanuit gaan dat die foto met een beetje zoeken toch nog is terug te vinden. Ben je van plan om een carrière stap te maken dan loop je het risico dat je nieuwe werkgever op foto’s stuit waar je niet echt gelukkig van wordt.

Tel daarbij op dat die foto door al je contacten gewoon te zien was en je laat een behoorlijk spoor achter op het internet. Ben jij heel bewust bezig met wie je wel en niet wilt koppelen op Facebook? Accepteer jij alleen privé contacten of mogen ook je collega’s jouw online vriend worden? Wat je er ook mee doet, misschien wil je dat je er zakelijk toch iets anders uitziet, dat je collega’s een ander beeld van je hebben dan dat je op Facebook laat zien.

De verhalen zijn natuurlijk bekend. Iemand meldt zich een dag ziek maar plaatst op Facebook dat ze lekker gaat winkelen in de stad omdat het uitverkoop is. Even niet bij nagedacht dat dat bericht ook door je collega’s gezien wordt.

Voordat je me ervan gaat betichten: nee, ik ben zeker niet tegen sociale netwerksites ook al heb ik zelf geen geen profielen op Facebook of Hyves. Het gaat mij er meer om dat mensen zich bewust worden van de sporen die ze nalaten. Leuk dat je nu een foto of tekstje plaatst, maar ben je over 2 jaar nog net zo blij met dat bericht? Is het antwoord “nee” dan moet je je misschien nog een keer bedenken. Grote kans trouwens dat jouw volgers dat leuke berichtje helemaal niet zullen missen, want ja er gebeuren best interessante dingen maar er staat ook een hoop onzin op…en die onzin zou jou nog wel eens op kunnen breken.

Biseksualiteit verraadt valse Facebook-profielen

Valse Facebook-profielen zijn vaak aan de seksuele voorkeur te herkennen, aldus beveiligingsbedrijf Barracuda Networks. Voor dit onderzoek werd een willekeurige steekproef van 2.884 actieve Facebook-accounts geanalyseerd om de belangrijkste verschillen te identificeren tussen accounts van werkelijke gebruikers en valse profielen die door cybercriminelen en spammers worden gebruikt. En er blijken grote verschillen tussen echte en valse profielen te zitten.

Van bijna zestig procent van alle valse profielen beweert de eigenaar biseksueel te zijn; tien keer vaker dan echte gebruikers. Verder hebben valse profielen zes keer zoveel vrienden als echte gebruikers; 726 versus 130 vrienden. Daarnaast maken valse profielen honderd keer vaker gebruik van tags dan echte gebruikers. Een ander kenmerk is dat valse profielen vrijwel altijd (97 procent) van een vrouwelijke gebruiker beweren te zijn; onder echte gebruikers ligt dit percentage op veertig procent (bron).

Kijk, met dit soort berichten kun je wat…tenminste, als je op Facebook zit natuurlijk. Ontvang je binnenkort een uitnodiging van iemand die je niet kent dan kun je deze persoon als eerste stap naast de bovengenoemde kenmerken houden:

  • Biseksualiteit?
  • Meer vrienden dan gemiddeld?
  • Veel gebruik van tags?
  • Van het vrouwelijk geslacht?

Zeer grote kans dat je te maken hebt met een vals Facebook-profiel. 3x nadenken dus of je aan dat profiel gekoppeld wilt zijn. Tenminste, als het onderzoek goed is uitgevoerd en er voldoende bewijs is voor de onderbouwing van de conclusies. Nu is niet helemaal duidelijk hoe betrouwbaar de gegevens van het onderzoek zijn geweest, want helemaal onafhankelijk is Barracuda Networks niet.

Maar los daarvan kan het nooit kwaad om toch een soort van kader te hebben. Je weet maar nooit en voordat je iemand accepteert wil je eigenlijk weten wie er achter zit. Een makkelijkere wijze is natuurlijk alleen die mensen te accepteren die je ook in “the real life” kent, dan weet je zeker dat het geen nep profiel is, toch?

Blijkbaar zijn vele mensen op zoek naar zo veel mogelijk online vrienden. Daarbij vergeten we voor het gemak dat al die “vrienden” meer en meer over ons te weten komen. Ze kunnen al onze berichten volgen en voor je het weet volgen ze je niet alleen op Facebook maar ook op Twitter, LinkedIn en andere sociale netwerksites en nieuwe media. Allemaal niet zo heel erg als we ons ervan bewust zijn, maar eerlijk is eerlijk. Op een gegeven moment ben je vergeten dat je niet iedereen ook echt kent, je plaatst een leuk berichtje want je gaat morgen op vakantie…iedereen wenst je een hele fijne vakantie, maar die ene, die je even vergeten was, maakt van de situatie gebruikt en haalt jouw huis de komende twee weken helemaal leeg.

De moraal van het verhaal? Pas op met wie je allemaal linkt en pas op wat je allemaal op je profiel plaatst. Voor je het weet ben je een open boek en wordt je stevig met jezelf geconfronteerd.

Scan sociale media op ‘verdachte info’

De KLPD heeft een systeem aangeschaft om verdachte informatie van openbare bronnen te verzamelen. Het systeem CY-Humint (Cyber Human Intelligence) wordt geleverd door Athena GS3 Security Implementations Ltd in Holon Industrial Zone in Israël. Het speuren wordt beperkt tot openbare bronnen, zoals blogs, microblogs, websites, forums, chatrooms en sociale netten als Facebook, Hyves en Twitter (bron).

Dit bericht heeft misschien, op het eerste gezicht, niet zoveel nieuwswaarde maar het is goed om te weten dat de politie steeds actiever wordt in het volgen van openbare bronnen. Volgens mij doen ze dat trouwens al jaren en dat is maar goed ook. Misschien is dan de nieuwswaarde dat het vanaf nu op een intelligentere wijze gebeurt.

Daarbij moeten we natuurlijk oppassen. Teveel berichten kunnen we niet monitoren dus zetten we tools in om ons werk te vergemakkelijken. Oppassen dus dat we het allemaal niet te strak inregelen want dan zien we helemaal niets meer. En in dit geval geldt niet: “wat niet weet wat niet deert.” Maar ook oppassen voor alle “fals positives”. Een bericht zonder interpretatie kan tot verkeerde conclusies leiden.

Een praktijkvoorbeeld is het monitoren van websites die door de medewerkers bezocht mogen worden onder werktijd. Termen als: “borst en borsten” zetten we op de zwarte lijst want daar hoeft niemand naar te kijken, dat valt onder pornografie. Maar ja, je zult maar een arts zijn of je zult maar een bakker zijn die op zoek is naar het recept voor borstplaat. Ja ja, het inregelen en fine tunen is nog niet zo makkelijk, maar natuurlijk geen reden om er niet aan te beginnen.

Het monitoren van openbare bronnen is natuurlijk niet alleen belangrijk voor de politie maar ook voor andere organisaties. Commerciële organisaties zouden bijvoorbeeld kunnen monitoren wat er zoal over de door hen gevoerde merken openbaar gezet wordt. Hier kunnen we beveiliging en commercie vereenzelvigen. We willen monitoren waar we eventueel risico’s lopen maar willen ook weten wie er positief over ons merk Tweet en Blogt.

Weer een voorbeeld dus waarbij beveiliging niet meer als losstaand aspect gezien moet worden. Dat weten wij natuurlijk allang want beveiliging is en blijft ondersteunend aan onze bedrijfsprocessen en dan kunnen we ook maar beter weten wat de buitenwereld over ons de wereld in helpt.

Oh ja, je kunt er natuurlijk dure tooling voor aanschaffen, maar met een simpel Google dashboard kun je ook al een heel eind komen en zo’n dashboard is gratis. Het fine tunen moet je dan zelf nog doen (en dat kost meer tijd dan je denkt) maar dat moet je bij dure tooling ook. Ik zou zeggen, kijk eens naar de mogelijkheden die Google je biedt. Kom je er niet uit dan mag je het me altijd laten weten en help ik je daarbij.

Najaardepressie, Facebookdepressie, je zou er depressief van worden

Denk je dat je inmiddels de najaarsdepressie wel achter je kunt laten wordt je geconfronteerd met de nieuwste depressie op dit gebied.

Een vooraanstaande groep artsen uit de Verenigde Staten waarschuwt voor een zogenaamde Facebookdepressie. Volgens de artsen heeft het sociale netwerk een negatief effect op onzekere tieners…Facebook zou onzekere tieners nog meer het gevoel geven dat zij niet bij de rest horen omdat de tieners alleen maar vrolijke berichten en foto’s zien. De informatie zou een vertekend beeld geven van de realiteit (bron).

Ik kan me nog de tijd herinneren dat RSI zijn intrede deed. Nauwelijks vast te stellen voor de artsen en een ziekte die ineens wel erg veel voor kwam. Met name bij die mensen die toch al niet zo’n zin hebben in werken. “Een trekkende pijn in de rechterarm die doortrekt naar mijn schouder”, oh, dat zal dan wel RSI zijn, blijf jij maar mooi een aantal weken thuis en als je weer aan de slag gaat moet dat op therapeutische basis met een aangepaste stoel.

Het is natuurlijk lullig voor die mensen die er ook echt last van hadden (want ik geloof best dat het bestaat), maar helaas werd er ook veelvuldig misbruik van gemaakt.

De laatste jaren is de RSI-hype wel een beetje over, ik hoor er in ieder geval niet zoveel meer van. Het zal wel niet sexy genoeg meer zijn. Maar geen nood, er is nu een heel nieuwe depressie waar we 10 jaar geleden niet eens van hadden kunnen dromen.

Een Facebookdepressie. Onderzoekers zijn het er nog niet over eens of het om een uitbreiding van een depressie gaat of een op zichzelf staande aandoening is. Zelf heb ik geen Facebook, dus daar kan ik alvast geen last van krijgen. Hyves heb ik ook niet dus van de Nederlandse variant heb ik ook weinig te vrezen.

Nu maar hopen dat er straks geen LinkedIn depressie wordt ontdekt, want dan kan ik mijn account beter sluiten.

Zoek de verschillen…

Deze maand sluiten we ook weer af en laten we achter ons. Op naar maart, op naar de lente. Maar voor we dat doen moeten we uiteraard weer een bericht schrijven voor dit blog.

Nu maar eens niet een bericht dat gelinkt is aan een recent nieuwsbericht. Nee, een bericht over een fenomeen dat al jaren bestaat en waar we ons nog te weinig van bewust zijn. De sporen die we achter laten op internet. Geef het maar toe, als jij een nieuwe naam tegenkomt dan Google je hem of haar ook even, toch? Nou ik wel. Ik wil wel even weten wie ik voor me heb (figuurlijk dan). Vanaf nu ga je dat dan waarschijnlijk ook doen en ik zou eens beginnen met je eigen naam.

Als het goed is probeer je op internet een imago op te bouwen dat past bij jouw offline imago, toch? Dan is het misschien handig om eerst te kijken naar de profielen die je hebt. Veel mensen beschikken (voor hun zakelijke netwerk) over LinkedIn en Hyves of Facebook (voor hun privé-leven).

Natuurlijk kun je zaken en privé gescheiden houden, maar op internet zijn die twee toch al snel gelijk aan elkaar. Plaats je op LinkedIn een foto met je serieuze gezicht? Op Hyves zet je de foto van het laatste feestje waar je niet alles meer van weet.

Niet waar? Ehm, ik heb de proef op de som genomen met de laatste nieuwe naam die ik tegen kwam. Omdat ik hier niet ben om mensen te schaden ga ik de naam niet noemen en plaats ik de foto’s anoniem (herken je jezelf, ja sorry die zwarte strepen komen van mij, ik heb tenminste nog geprobeerd je te anonimiseren).

Uiteraard mogen jullie de verschillen zoeken en raden welke foto bij LinkedIn en welke bij Facebook hoort. Een niet al te ingewikkelde opgave, toch?

Oke, oke, ik weet het. Door een dergelijk blog te schrijven is er natuurlijk direct het risico dat mijn naam flink geGoogled wordt. Nou, succes, je komt me zeker tegen en het zal je niet verbazen dat dat vaak is in relatie tot security en risk management. Geen probleem, schokkende zaken kom ik niet over mezelf tegen (jij wel? Ehm laat het me weten dan, dan kan ook ik er wat aan doen).

En voor diegene die denken dat ik heel sportief ben en op voetbal zit (omdat mijn Hyves-profiel dat bevestigd) blijf dat vooral lekker denken. Maar vergeet niet…er kunnen best meer hondjes zijn die fikkie heten. Ik denk zelf dat ze me toch wat te oud vinden voor de D pupillen en de scholierencross in Apeldoorn zal ik ook wel nooit winnen. Ik hoop voor mijn naamgenoot trouwens wel dat hij wint, succes jongen, zet hem op, je hebt een naam hoog te houden.

Man overgoten met kokend water om Facebook-foto

Omdat het vandaag Valentijnsdag is maar eens een berichtje van een heel ander kaliber (oh, nee, je bent het toch niet vergeten? snel langs de benzinepomp als je naar huis rijdt).

Een jaloerse vrouw heeft in Saudi-Arabië kokend water over het gezicht van haar slapende echtgenoot gegoten. Zij kon het niet hebben dat haar man succes had bij andere vrouwen vanwege zijn mooie foto op Facebook…Ze was ook jaloers omdat andere vrouwen naar haar knappe echtgenoot keken als ze samen op stap waren. (bron).

Wat we hier nu mee moeten in het kader van security en risk management? Ehm, ja, eigenlijk niet zoveel maar zo zie je maar dat er goed uit zien dus ook een enorm risico kan zijn. Vraag blijft natuurlijk wel wat je hier dan aan moet doen? Moet je expres je snor laten staan, je haar afscheren en weinig flatteuze kleding aan doen om er minder goed uit te zien?

Bedrijven stellen richtlijnen op voor social media

Instellingen en grote organisaties werken aan het opstellen van codes en richtlijnen voor het gebruik van Twitter en Facebook. Organisaties willen daarmee voorkomen dat medewerkers hun bedrijf in verlegenheid brengen (bron).

Je ziet het steeds vaker en dit Blog is daar uiteraard een goed voorbeeld van. Medewerkers beschikken over veel meer mogelijkheden om met de buitenwereld te communiceren. Hyves, LinkedIn, Facebook, Blogs, Twitter wie heeft of kent ze niet.

Hoewel er nog organisaties zijn die deze nieuwe media angstvallig buiten de deur proberen te houden, zijn er ook organisaties die de voordelen ervan inzien. Vanuit commercieel standpunt kun je er niet meer omheen en dat hoeft ook niet.

Ook bij de inzet van nieuwe media moeten de medewerkers zich bewust zijn van de risico’s. Niet alleen de risico’s voor zichzelf maar ook de risico’s voor de organisatie waar ze voor werken. Nog te vaak zien we Tweets als “de komende twee weken lekker in de zon”, ja dan moet je ook niet gek opkijken als je huis leeggeroofd is na je vakantie.

Maar zo zien we ook meer en meer informatie over organisaties op het web verschijnen. Technisch kunnen we best het een en ander tegenhouden (en dat moeten we ook zeker doen) maar juist de medewerker kan hierin een sterke of zwakke schakel vormen. Bewust maken dus.

Nog te weinig bedrijven scannen continu het web af om te kijken wat er over hen geschreven wordt. Natuurlijk kunnen we Google automatisch berichtjes aan ons laten versturen, maar veel belangrijker is wat medewerkers en klanten over ons schrijven op Hyves, Blogs en allerlei andere sites die je niet continu monitord.

Ik ben benieuwd wanneer organisaties dit in gaan zien en dan ben ik ook direct benieuwd hoe ze dit gaan controleren en beheersen. Er zijn al wel wat tools voor te vinden, maar volgens mij zijn die nog niet toereikend. Daarnaast is het van belang ook de juiste reactie op tijd te geven voordat negatief nieuws escaleert.

Een grote uitdaging voor veel organisaties. Als iemand al “best practices” heeft die werken dan hou ik me aanbevolen.

Dief uploadt eigen foto op Facebook-pagina slachtoffer

Een Amerikaanse dief die een laptop, jas, iPod, waardepapieren en geld buitmaakte, plaatste vervolgens een foto van zichzelf op het Facebook-account van zijn slachtoffer. Op de foto is de dief met de gestolen jas en het geld te zien…Het is niet de eerste keer dat criminelen sociale netwerken gebruiken om over hun daden op te scheppen. Vorige maand werd een dief tot een gevangenisstraf van vijf jaar veroordeeld nadat hij foto’s op zijn eigen MySpace pagina plaatste met het horloge en ring van een slachtoffer, dat hij de dag daarvoor had beroofd (bron).

Je moet toch wel een verschrikkelijk domme crimineel zijn als je het bewijs zelf op internet zet. Eerder waren er op internet al berichten over een jongeman die een bekeuring voor te snel rijden kreeg omdat hij een foto van zijn kilometer teller had gemaakt…die zwaar illegale snelheden liet zien. Nu zien we dat inbrekers, overvallers en dieven ook graag willen laten zien wat ze in hun carrière bereikt hebben en Facebook lijkt daar een mooi medium voor.

Nu denken we natuurlijk: mooi, nu kunnen ze hem oppakken en opsluiten. Maar helaas:
Toch is het maar de vraag of de dief in kwestie wordt opgepakt. Ondanks de foto zou de Amerikaanse politie het niet de moeite waard vinden om inbrekers op te sporen, aangezien ze er meestal met een voorwaardelijke straf vanaf komen.

De Nederlandse politie gaat ook meer en meer gebruik maken van het internet om misdaden op te lossen. Ze spitten Hyves door om criminele netwerken te kunnen ontdekken en zullen waarschijnlijk (of misschien hopelijk) ook Marktplaats goed in de gaten houden voor de verkoop van gestolen waar.

Deze onderzoekmethodes zullen nu wellicht nog in de kinderschoenen staan, maar dat ze snel ontwikkelingen door zullen maken moge duidelijk wezen. In plaats van meer blauw op straat zal het straks zijn: meer blauw op het internet.

Man vindt inbreker in zijn bed

Het is de droom van menig vrijgezel: thuiskomen en een vrouw in je bed vinden. Maar in dit geval kan je je afvragen of je wel zo blij zou zijn. Een 39-jarige vrouw brak in in een huis in het zuiden van Nieuw-Zeeland, nam wat te drinken uit de koelkast, paste wat kleren en ging vervolgens op bed liggen. Daar vond de bewoner haar slapend toen hij thuis kwam. Hij was niet gediend van het onverwachte bezoek en schakelde de politie in. Vanessa Joy Long heeft maandag voor de rechter de inbraak toegegeven. Ze zegt geen idee te hebben wat haar bezielde. De schade die ze heeft aangericht wordt geschat op zo’n 900 euro. Voorlopig is ze op borgtocht vrij (bron).

Voor deze vrijdag maar een keer een wat luchtiger bericht. Op zich hoef ik natuurlijk weinig toe te voegen aan het originele bericht, want dat is al opmerkelijk genoeg.

Toch kon ik het niet laten om de naam van de inbreekster even te Googlen, geef maar toe, jij Googled ook steeds meer namen die je tegenkomt in nieuwsberichten. En doe je dat nog niet dan zou je er direct mee moeten beginnen, het zal je verbazen hoe vaak je de Facebook of Hyves-pagina’s van de personen nog tegen komt.

In dit geval is de naam er ook niet zo één van dertien in een dozijn. Googlen we de naam dan komen we de volgende foto tegen:

En nee, ik weet het. Dit is niet mevrouw Vanessa Joy Long, dit is toevallig een foto die bij het bericht op een andere website stond waarin haar naam genoemd werd. Maar zo zie je maar hoe snel er verbanden (kunnen) worden gelegd tussen een naam en een bericht op internet. Neem je niet de moeite om even verder te kijken dan je neus (Vanessa Joy) Long is dan kun je identiteiten van mensen snel door elkaar halen.

Heb je jezelf nog nooit Gegoogled? Dan adviseer ik je om dat toch maar eens te doen en je te verbazen over wat er allemaal te vinden is. Wat je vindt hoeft niet eens over jou te gaan, maar anderen zouden het zomaar met je in verband kunnen brengen. Je moet er toch niet aan denken dat je toekomstige schoonvader of werkgever je naam even Googled…

En wat je er aan kunt doen? Ja, vaak lastig. Maar ik hoorde kort geleden dat er een nieuwe functie is ontstaan: de ontgoogler, en geloof me er zijn echt mensen die dit soort diensten aanbieden. In hoeverre ze werken weet ik niet, maar in enkele gevallen kan het het overwegen waard zijn.